Beste mensen,
Op mijn bericht onder de kop “Bjorn, Axa en ”de geest“” heb ik onverwacht veel reacties gekregen. De reacties van eventuele Axa-renners kan ik goed begrijpen, het feit dat hetgeen ik vermeld heb 10 jaar geleden is doet niet ter zake. De achterliggende gedachte van mijn opmerking is dat er om de wielrenwereld een waas van geheimzinnigheid en taboe hangt over het gebruik van prestatieverhogende middelen. Ik denk namelijk dat dit een van de hoofdredenen is waarom deze mooie sport keer op keer in een kwaad daglicht komt te staan.
Natuurlijk zijn er mensen die de heer welling hoog hebben zitten, dat wil niet per definitie zeggen dat ik ongelijk heb of sta te liegen. Ik ben te allen tijde bereid om een open discussie te voeren over dit onderwerp, op bepaalde uitlokkende reacties kan ik gezien de ernst van dit onderwerp niet reageren daar dit zal verzanden in het eindeloos gooien van modder naar elkaar. Er wordt enigzins negatief gereageerd op het feit dat ik hier een bepaalde naam noem, wees blij dat er eindelijk iemand iets meer zegt dan de gemiddelde ex-wielrenner. Wat mij persoonlijk betreft heeft de heer welling dit puur aan zichzelf te danken.
Uiteraard is mijn naam niet Harold van Lingen, achteraf had ik dit misschien ook niet moeten doen, mijn excuus hiervoor. Uiteindelijk kent u mijn naam wel, in tegenstelling tot enkele andere discussieleden. Maar laat ik duidelijk wezen: niet shoeft. Buiten het morele heb ik geen enkel belang meer in de wielersport, daarom vindt ik naam en toenaam van discussieleden van ondergeschikt belang.
In het algemeen het volgende:
Ik vindt het zeer verdacht dat beroepsrenners van tegenwoordig niet nadrukkelijker en krachtiger in verweer komen tegen collega's die betrapt worden en als het ware broodroof hebben gepleegd. Sponsors zien hun naam niet graag gebonden aan dergelijke praktijken, ook op dit gebied kunnen de huidige beroepsrenners meer van zich laten spreken en actie ondernemen. Het gaat tenslotte over de toekomst van deze uitermate geweldige sport. Dopinggebruik is als het ware een “cultuur” binnen het wielrennen, dit dient van jongs af aan uitgebannen te worden. Ik ben dan ook een fel tegenstander van het geruik van diverse preparaten op jonge leeftijd. De drempel wordt hoe dan ook verlaagd door zaken als, de dopingcultuur en de openheid die ontbreekt over het eventuele gebruik.
Daar komt bij dat men het onterecht vindt dat er bepaalde zaken op de dopinglijst staan, dit is terecht opgemerkt. Schijnbaar is de mening in het peloton erg verdeeld, ik kan me voorstellen dat de beroepsrenners een voldoende sterk collectief vormen om hier iets tegen te doen. Daadkrachtige acties blijven simpelweg uit. Ik concludeer dan ook dat de heren beroepsrenners als collectief hun verantwoording ontlopen. Ik hoop dat de werkelijke reden niet is waar ik zelf aan zit te denken.
Voor verdere informatie: lees het boek van Willy Voet en bekijk de kro documentaire maar eens.
Met vriendelijke groet,
Rob Peters