VALKENBURG - Onze verslaggevers Raymond Kerckhoffs en Hans Ruggenberg geven weer hun visie op de wereld van de wielersport. Dit keer staat de Amstel Gold Race centraal.
Is de combinatie kasseienklassiekers (Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix) en klimklassiekers (Amstel Gold Race, Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik) onmogelijk?
Raymond: ,,Als je naar de uitslagen van de afgelopen jaren gaat kijken ben je geneigd dat te veronderstellen. Wie in de geschiedenis van de wielersport duikt ziet echter genoeg kampioenen die wel alle klassiekers aankonden. Toppers als Eddy Merckx, Jan Raas, Bernard Hinault, Hennie Kuiper, Moreno Argentin, Adri van der Poel presteerden op beide terreinen. Hoewel tijden veranderen, blijft de essentie van de wielersport altijd hetzelfde. Het klopt dat het zich specialiseren voor bepaalde wedstrijden steeds belangrijker is geworden. Maar ook anno 2009 moeten er nog genoeg renners in het peloton zijn die die combinatie aankunnen. Jammer dat bijna niemand het meer aandurft.”
Hans: ,,Als je spreekt over een goed klassement in beide gevallen, geldt dat wel in het algemeen. Je hebt voor beide soorten wedstrijden specialisten. Al denk ik wel dat er een aantal renners is die beiden zou kunnen. Ik denk dan aan bijvoorbeeld Tom Boonen. Sebastian Langeveld kan het misschien ook. En ik verwacht dat in de toekomst een complete renner als Lars Boom heel de maand april naar de prijzen kan meedingen. Misschien dat hij daarmee wel de weg opent voor anderen.”
Wat maakt de Amstel Gold Race zo zwaar?
Raymond: ,,De snelle opeenvolging van korte intensieve beklimmingen. Op al die beklimmingen zit je met je hartslag diep in het rood. Dan volgen snelle afdalingen en ben je na enkele malen draaien en keren weer bij de volgende klim. In de laatste 20 kilometer zitten de Eyserbosweg, Fromberg, Keutenberg en finish op Cauberg.”
Hans: ,,Het deelnemersveld en het lastige parcours. Elk jaar doen alle grote specialisten mee. Deze koers heeft zich door de jaren heen tot de elite-wedstrijden opgewerkt, zeker sinds de finish op de Cauberg is. Met winst in de Amstel Gold Race is voor elke ploeg het voorjaar geslaagd. Iedereen wil dus winnen. En het parcours is slopend. Bijna 260 kilometer en 31 beklimmingen door de Limburgse heuvels. Naast de klimmetjes is het nooit echt vlak, maar altijd op en af, dat maakt het slopend.”
Wat kunnen we de Nederlanders verwachten?
Raymond: ,,Karsten Kroon heeft met een vierde plaats drie jaar geleden bewezen dat hij met de besten kan wedijveren op dit terrein. Robert Gesink is een super talent die vorig jaar in zijn eerste Amstel Gold Race al knap in het spoor van de besten volgde. Na zijn sterke Ronde van het Baskenland afgelopen week lijkt hij klaar voor de Amstel. Thomas Dekker is op papier onze landgenoot die op dit terrein het best kan presteren, maar zijn uitslagen van dit seizoen voorspellen weinig goeds. Op de training afgelopen woensdag maakte hij echter een sterke indruk bij de andere renners en begeleiding van Silence-Lotto. Laten we hopen dat hij zondag het goede gevoel terug gaat vinden.”
Hans: ,,Sinds 1998 eindigde er elk jaar een Nederlander in de top tien. Dat kwam voornamelijk door Michael Boogerd, die overigens het jaar erop won. Erik Dekker deed dat in 2001. Al elf jaar speelt iemand uit eigen land dus een rol. Vorig jaar was dat Thomas Dekker met een vijfde plaats. Hij heeft een moeilijke periode achter de rug met wat benauwdheidsproblemen, maar toch verwacht ik hem voorin. Ook Robert Gesink en Karsten Kroon gaan we terugzien in de finale.”
Wie zijn de Favorieten?
Raymond: ,,Samuel Sanchez, Alejandro Valverde en Fränk Schleck.“
Hans: ,,Damiano Cunego, Alejandro Valverde en Robert Gesink.”