Uit de Volkskrant
AMSTERDAM - Sebastian Langeveld (24) is hard op weg de beste eendagsrenner van Nederland te worden. Ooit wil hij de Ronde van Vlaanderen winnen.
Om de fans van Sebastian Langeveld wat herkenbaarder te maken als ze bij een wedstrijd langs de kant staan, leek het de voorzitter van de supportersvereniging een goed idee T-shirts met de naam van de wielrenner erop te drukken. Enthousiast legde Frans Overdevest zijn plan aan hem voor.
Wat deed Langeveld? Die wees het aanbod beleefd af.
‘Ik ben maar een klein rennertje’, verontschuldigde hij zich. Speciale petjes dan?, probeerde Overdevest nog. Liever niet, was het antwoord. Langeveld stelde voor eerst maar eens af te wachten hoe de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix voor hem zouden verlopen.
April boven alles
In het leven van Sebastian Langeveld (24) gaat april boven alles. De overige negen maanden op de wielerkalender kunnen niet in de schaduw staan van wat hij in de presentatiegids van de Rabobankploeg zijn droomdoel noemt: als eerste over de streep komen in Meerbeke. Lukt het morgen niet, dan probeert hij het een jaar later gewoon weer in de Ronde van Vlaanderen.
Overdevest, die tijdens het telefoongesprek het ledenaantal van de supportersclub naar 262 (plus twee) mag bijstellen: ‘Wanneer je hem ook spreekt, hij heeft het altijd over de Ronde. Het is zijn wedstrijd. Hij vindt het zonder twijfel de mooiste die er is.’
De eigenschappen van de renner lenen zich bij uitstek voor de zware voorjaarsklassieker. Mensen die hem goed kennen, schetsen Langeveld als een doorbijter voor wie de koers niet zwaar genoeg kan zijn. Wind en regen? Handig. Die zorgen tenminste voor een schifting in het peloton.
Klassiekers
Voormalig bondscoach Egon van Kessel: ‘Ik zeg altijd: de Tour de France win je vooral op basis van fysieke kwaliteiten. In de klassiekers speelt karakter een veel grotere rol. Die wedstrijden zijn daarom zo geschikt voor Sebastian.’
Volgens Tom Leezer leidt zijn ploegmaat bij Rabobank het leven van een monnik. De fiets, de fiets en verder niets, het motto van Gert-Jan Theunisse, spreekt ook Langeveld aan.
Overdevest: ‘Tijdens de jaarlijkse fanavond in november, waar een stel oude rockers van Cuby & The Blizzards en de Golden Earring speelden omdat Sebastian dat graag wilde, stonden we aan de bar. Nu moet een biertje best kunnen, zei hij toen. Maar de fiets gaat altijd voor. Daar is hij ontzettend streng in.’
Bezeten
Opgeven druist in tegen zijn aard. Toen hij in de voorlaatste etappe van Parijs-Nice wegens griep de strijd moest staken, geselde Langeveld zichzelf de volgende dag op de fiets. ‘Hij ging zeven uur trainen, waarvan vier achter de brommer’, zegt Leezer, die nog net niet tegen zijn voorhoofd tikt. ‘Dan moet je wel bezeten zijn van je vak.’
Als een modelprof beschouwen ze hem bij Rabobank. Michael Boogerd, die zondagmiddag de tv aanzet om de Ronde te bekijken, prijst de voorbeeldige voorbereiding waarmee zijn ex-ploegmaat naar zijn doelen toewerkte. Meestal zijn dat er zo’n drie per jaar. De Ronde en het WK maken er altijd deel van uit, sinds hij de kans kreeg die te rijden.
De wedstrijdkalender laat weinig ruimte voor twijfel. Zijn entree bij de Van Vliet-ploeg in 2004 overdonderde de leiding van de amateurformatie. Direct maakte Langeveld, destijds pas 19 jaar, duidelijk in welke koersen hij wilde starten.
Uitzonderlijk knap
Leezer, ook toen zijn ploeggenoot: ‘Hij noemde maar vijf wedstrijden waarin hij goed wilde zijn, maar in die vijf was hij ook goed. Of dat knap is? Dat is uitzonderlijk knap voor een renner van zijn leeftijd.’
Volgens Koos Moerenhout, de nestor van de Rabobankrenners, is Langeveld op een volwassen manier bezig zijn carrière uit te bouwen. ‘Je kunt genoeg talent hebben, maar het zegt mij meer hoe een renner daarmee omgaat.’
Langeveld is een prominent lid van de nieuwe generatie Nederlandse profs. Die respecteert en luistert naar de mening van de oudere collega’s, maar laat zich niet zomaar de wet voorschrijven. Het eigen plan staat voorop.
Langs de kust
Het leek logisch dat Langeveld, zoals de meeste van zijn collega’s, naar België zou verhuizen toen hij in 2006 bij Rabobank tekende. Maar de nieuweling zag er de meerwaarde niet van in. In Lisse heeft hij alles wat hij nodig heeft. Zijn vrienden zijn er gebleven en Langeveld kreeg zijn vriendin Tessa eindelijk zover dat ze haar woonplaats Hillegom voor hem verliet. Hij traint graag langs de kust, waar de wind vrij spel heeft.
Buitenlandse ploegen hoeven niet bij hem aan te kloppen. Hij zou er Engels moeten spreken, of misschien zelfs een andere taal, waardoor hij zich minder goed kan uiten. Oud-ploegmaat Aart Vierhouten: ‘Dat stond hem niet aan. Hij is een no-nonsense renner.’
Langeveld is een echte Lissenaar, zeggen ze ‘op’ het dorp dat zich vanaf de 16de eeuw aan schrijnende armoede ontworstelde door de ontdekking van de bloembollenteelt. De 22 duizend inwoners zijn trots op zichzelf en hun kernwaarden: hard werken, niet zeuren, doen wat je moet doen.
Privéproblemen
Langevelds vader, vroeger actief als amateurrenner, nam hem tijdens de talloze trainingsuren op sleeptouw. Maar toen Langeveld merkte dat hij de privéproblemen thuis niet kon oplossen, ging hij bij zijn toenmalige vriendin en haar familie wonen. Zijn oma werd een tweede moeder voor hem.
Over die periode zwijgt Langeveld. Een man van het hoogste woord is hij toch al niet. Bij Skil-Shimano wisten ze niet eens goed wie ze eigenlijk aan boord hadden gehaald toen Langeveld al zijn tweede wedstrijd bij de profs had gewonnen, de GP Pino Cerami. Een eendagskoers, natuurlijk.
Een oordeel vellen over anderen zal hij niet snel doen. Hij kijkt naar zichzelf en vooral naar wat hij kan bereiken. ‘Gewoon een heel goede wielrenner worden’, zei hij eens over het doel van zijn leven. Langeveld is in wezen een beetje zoals dat antwoord: duidelijk, zonder franje.
Voetballer
Aanvankelijk streefde hij een carrière als voetballer na. Langeveld reikte tot de A1 van de hoofdklasser Lisse, die pal naast het clubhuis van RTV De Bollenstreek ligt. Van de plaatselijke wielervereniging werd Langeveld pas lid na een tegenbod van Overdevest: die zou in dat geval een supportersvereniging voor hem oprichten. ‘Voor de mens Langeveld ’, benadrukt Overdevest, ook actief in het marathonschaatsen.
Lisse-voorzitter Rob Faas ziet de ongebreidelde inzet waarmee hij gaten dichtliep en ballen afpakte, terug bij Langeveld op de fiets. Met één groot verschil: waar hij als voetballer de verdediging voor zijn rekening nam, kiest Langeveld nu voor de vlucht naar voren.
Aanvallen
Hij is de verpersoonlijking van het nieuwe parool waarvoor de Rabo-ploegleiding dit jaar heeft gekozen. Waar het kan, valt hij aan. Met ploegmaat Maarten Tjallingii, ook al zo avontuurlijk ingesteld, filosofeert hij vaak over het plan dat de volgende wedstrijd moet uitkomen. ‘Dat aanvallen klinkt mij, maar zeker ook hem, als muziek in de oren’, zegt Tjallingii.
Daarom voelde het ook als een dolksteek in zijn rug dat ploegleider Erik Dekker tijdens Omloop Het Nieuwsblad Nuyens en Flecha achter Langeveld aan stuurde.
Waarschijnlijk had hij de openingswedstrijd van het West-Europese seizoen toch niet gewonnen van de Duitse sprinter Heinrich Haussler. Maar wie het niet probeert, staat altijd met lege handen, was zo ongeveer de reactie van Langeveld, die als 94ste binnenrolde.
Ballen
Aart Vierhouten zag het gebeuren en veel scheelde het niet of hij was de belofte nagekomen die hij Erik Dekker had gedaan. ‘Als je het voor Sebastian verkloot, schop ik je voor je ballen’, had hij ’s ochtends tegen de ploegleider gezegd.
Veteraan Vierhouten, die tijdens het ene jaar van Langeveld bij Skil-Shimano bevriend met hem raakte en hem nog altijd als mentor bijstaat, begrijpt niet waarom Rabobank morgen met vier kopmannen (Langeveld, Nuyens, Flecha, Posthuma) van start gaat in de Ronde. ‘Wat Sebastian nu nodig heeft, is een blindelings vertrouwen van zijn ploeg, die alles op alles zet hem te laten winnen.’
Volgens de wegkapitein van de Vacansoleil-ploeg moet Langeveld daarom de verantwoordelijkheid meer naar zich toetrekken. Bescheidenheid siert de mens, vindt Vierhouten. ‘Maar zeggen dat je goed bent, mag als het waar is. En zoiets zeggen, is al helemaal niet aan leeftijd gebonden.’
Wegcijferen
Langeveld vindt het niet altijd even gemakkelijk oudere ploegmaats te vragen of die zich voor hem willen wegcijferen, zegt Vierhouten. Bij Skil-Shimano, de tweede profploeg van Nederland, probeerden ze hem aan de verantwoordelijkheid van het kopmanschap te laten wennen. Vierhouten: ‘Op die manier laat je renners inspanningen leveren waarvan ze niet wisten dat ze dat konden. Je houdt ze een spiegel voor.’
Maar bij Van Vliet, dat in de veel kleinere koersen uitkomt, hoefde de ploegleiding Langeveld niets uit te leggen over het kopman zijn. Hij zette anderen voor hem aan het werk en wachtte geduldig tot de beslissing in een wedstrijd viel.
Met zijn koersinzicht, het lezen van wat in een wedstrijd gebeurt, is hij zijn leeftijdsgenoten ver vooruit, vindt Moerenhout. Dat aanleren is bijna niet mogelijk. ‘Je wordt geboren met dat talent.’
Killersinstinct
Rabo-ploeggenoot Leezer: ‘Hij kan heel erg van achteren zitten hangen, alsof het er niet toe doet. Maar als het moet gebeuren, zit hij plotseling op de voorste rij. Hij is een type Nick Nuyens (zijn nieuwe Belgische ploegmaat), alleen dan met een ander paspoort.’ Het is killersinstinct, oordeelt Ben Lambregts, zijn voormalige ploegleider bij Van Vliet. ‘Hij heeft de mentaliteit van Jan Raas.’
Langeveld handelt op intuïtie en vraagt niet naar de bekende weg. ‘Zelfs als hij een mindere dag heeft, is hij nog van waarde voor zijn ploeg door een ander uit de wind te houden’, zegt Moerenhout. Hardop denkend: ‘Dus eigenlijk heb je het hele jaar wat aan hem.’
Heerlijk werken
Lambregts: ‘Je kunt heel goed in een wedstrijd mee peddelen door lekker in de buik van het peloton te blijven. Daar zit je altijd veilig, maar voor je ploeg ben je waardeloos. Sebastian begreep dat op dag één al. Als er ook maar een gaatje viel, was hij weg. Met zo’n renner is het heerlijk werken.’
De ploegleider schetst het wielerpeloton als een milieu waarin iedereen moet knokken voor zijn plaats. ‘Hij neemt het in dat opzicht super voor zichzelf op, laat niemand iets van hem afpakken. Of dat egoïstisch is? Nee, hij is eerder een volhouder. Hij moet en zal overleven.’